Afgehaakt

19 januari,2016

125De Blogpauze hier was niet voor niks. Laten we het er op houden dan de afgelopen zomer niet in het rijtje fijnste zomers terecht gaat komen. En de paar maanden ervoor en erna waren ook niet altijd even makkelijk. Maar inmiddels gaat het weer een stuk beter en heb ik weer energie om te schrijven.

Echt helemaal niks doen kan ik echter niet zo heel goed, dus ook in die mindere maanden hield ik mezelf wel bezig. Wat ik nogal veel deed was haken. Het is een prima tijdverdrijf en je kunt t ook doen als je plat op de bank ligt. En vooral dat laatste is vrij lastig met allerlei andere bezigheden. Nu wil ik, als ik ga koken, de boontjes nog wel eens liggend op de bank schoonmaken maar een uitje snijden is een heel stuk lastiger.

128Maar haken gaat dus wel. Breien trouwens ook wel, maar dat is toch al weer een stukje lastiger omdat de lange breipennen dan nog wel eens in de weg willen zitten. En dus houd ik het veelal bij haken.

Het voordeel van haken is dat het nogal veelzijdig is. Je kunt heel verschillende dingen maken. Wat is daarnaast erg fijn vind is dat je al snel resultaat ziet. Zelfs als je met een grote deken bezig bent, zie je die onder je handen groeien. Voor de kleinere projecten geldt dat ze binnen een paar avonden af zijn. En dat motiveert.1018

Het afgelopen half jaar heb ik dan ook veel projecten af kunnen ronden. Ik hou ervan om met verschillende dingen tegelijk bezig te zijn, en op een bepaald moment liep  dat een beetje de spuigaten uit, en ik besloot even aan niks nieuws te beginnen. De resultaten zal ik hier de komende tijd plaatsen. In de categorie “Uitgebreid en afgehaakt”.

 

 

 

Toekomstplannen

12 januari,2016

Het is al weer maanden geleden dat ik voor het laatst iets schreef hier. Hoog tijd dus voor een nieuw stukje tekst. Over een nieuwe plannen. En die nieuwe plannen zijn er niet direct omdat het een nieuw jaar is, het is eerder dat het mooi samen valt. Het lijkt alsof er een nieuwe energie is ontstaan in de laatste weken. En omdat ik een paar weken toch een soort van vakantie had, had ik ook de mogelijkheid om die nieuwe energie in nieuwe banen te leiden.

Zo heb ik een boekje ingericht als een soort van logboek. Daarin houdt ik bij waar ik elke dag mijn actieve uren aan besteed. Daarmee hoop ik wat meer inzicht te krijgen in mijn energie verbruik. Wat kost veel energie en wat gaat bijna als vanzelf, en hoe wisselen actieve momenten en rust zich af. En zit er groei in het aantal uren dat ik per week actief kan zijn?
Daarnaast heb ik in dat boekje een lijstje gemaakt van dingen die ik het liefst wekelijks zou doen. En dingen die ik als het goed is sowieso wekelijks doe. Koken en het huishouden bijvoorbeeld. Als ik dat in een week niet heb afgevinkt, dan moet ik daar toch even aandacht aan besteden. Hoe komt het dat het niet is gelukt? Heb ik te veel andere dingen gedaan? Was het een week met net even te veel leuke voorstellingen in het theater? Of heb ik de week ervoor te veel gedaan en moet ik daar nu de tol voor betalen?

Extra huishouden staat ook op dat lijstje. Nu lukt het me om de was en de afwas goed bij te houden, en niet pas ze doen als het echt niet anders kan. Maar met de rest van het huishouden is dat eigenlijk wel het geval. Ik heb nu een dagdeel ingepland om al die andere dingen te doen zodat ik in huis steeds minder achter de feiten aanloop. Maar ik merk nog wel dat dat het eerste dagdeel is dat moet wijken voor ad hoc planningen. Hopelijk wordt dat tijdens de komende maanden steeds minder het geval.

Ik wil ook dingen af kunnen vinken die nu nog niet iedere week lukken maar waarvan ik hoop dat dat in de toekomst wel gaat lukken. Nu werk ik vier uur per weer bij het theater op kantoor. Dat gaat de laatste maanden heel goed. Ik heb maar 1 keer laten weten dat het niet ging lukken en dat was omdat ik onverwacht met mijn moeder naar het ziekenhuis moest. (Waar overigens niets ernstigs aan de hand bleek te zijn gelukkig.) En dus wil ik langzaamaan werken aan uitbreiding. Maar twee keer per week naar Helmond is nog te veel en zes uur achtereen werken is ook nog geen goed plan. En dus heb ik afgesproken dat ik probeer om de wekelijkse blog thuis al te schrijven zodat ik de uren op kantoor aan andere taken kan besteden. En dus staat die blog ook op mijn lijstje.

Maar er staan vooral ook leuke dingen op de lijst. Zo wil ik weer meer tijd besteden aan tekenen, schrijven, fotograferen en muziek. En hopelijk ben ik daar bewuster mee bezig als ik dat wekelijks aan kan strepen in het boekje. Bij deze week kan ik in ieder geval het schrijven van de persoonlijke blog afvinken.
En om daar nog bewuster mee bezig te zijn heb ik nog een boekje aangeschaft. Daarin hoop ik iedere week een tekening te maken en een gedicht/liedtekst te schrijven over iets dat met die week bezig houd. En dat hoeven niet stuk voor stuk kunstwerkjes te worden, maar oefening baart kunst dus wie weet waar het toe zal leiden.
Want creativiteit is toch wat mij op de been houdt. Als het niet mijn eigen creaties zijn, dan wel die van anderen. Maar ik hoop dat de balans langzaamaan weer door zal slaan naar het zelf maken van mooie dingen. Dat 2016 dus maar een creatief jaar mag worden.

IMG_2867

Vechten

21 april,2015

Zoals ik al eens schreef heb ik een bewindvoerder. Het is niet de slechtste van het land, het zijn geen moedwillige fraudeurs, maar ze laten hier en daar nog wel eens een steekje vallen. Of twee. Of hele breiwerken. Zo zijn we in 2012 aan de slag gegaan om een schulddienstverleningstraject op te zetten. Dat wil zeggen: ik ben bij het juiste loket van Gemeente Eindhoven langsgegaan, heb gesprekken gevoerd, heb formulieren meegekregen en lijsten van bijlagen die moesten worden toegevoegd. Ik heb gezocht wat ik had en het vervolgens in handen van de bewindvoerder gelegd, want die hadden inmiddels veel van mijn papieren en dus een beter overzicht. En ik had niet voor niks een bewindvoerder.

Na enige tijd kregen we bericht van de Gemeente dat het enige wat ze nog nodig hadden, de belastingaangifte van 2008 en 2009 was. Mijn bewindvoerder vroeg me vervolgens om alle papieren die daarvoor van belang waren. Ik ben enige tijd bezig geweest om die papieren te verzamelen, en heb vervolgens alles naar de bewindvoerder gestuurd.
Vervolgens gebeurde en niks. Tenminste, ik hoorde er verder niks over. Maar goed, ik had genoeg aan m’n hoofd, was druk bezig met therapie en aanverwante acties om beter te worden.

Afgelopen januari kreeg ik mail van mijn bewindvoerder. Dat er eigenlijk niets meer was gebeurd met dat traject en of het niet slim was dat opnieuw op te pakken. Dat mijn mond open viel van verbazing, moge duidelijk zijn. Het verklaarde natuurlijk wel dat ik er al die tijd niets over had gehoord. Omdat op dit moment nog wat meer onvermogen boven tafel kwam bij die bewindvoerder, heb ik ze gezegd dat ik zelf wel zou gaan informeren wat de mogelijkheden waren omtrent schulddienstverlening en dat als dat duidelijk was, ik zou gaan overwegen of ik dat traject überhaupt nog wel met hen in wilde gaan.

En dus ging ik weer naar dat loket van Gemeente Eindhoven. Alleen bleek dat loket niet meer te bestaan. Ik werd doorverwezen naar WIJEindhoven. Die regelen alles tegenwoordig, werd mij verteld.
En dus belde ik met WIJEindhoven. Daar vertelde ik beknopt mijn verhaal en zij vertelden me dat ik dan het best in gesprek kon gaan met de Sociaal Raadslieden.
En dus maakte ik een afspraak met de Sociaal Raadslieden. Na een fijn gesprek, kwam de dame tot de conclusie dat ze me het best aan kon melden bij Lumens in de buurt.
En dus belde Lumens in de buurt mij enkele dagen later en kon ik daar terecht voor een gesprek.

Ook dat was een prettig gesprek, en de jongedame daar zou voor mij de aanvraag voor de schulddienstverlening regelen. Ze dacht dat alles wel in orde was, en zou alle papieren op sturen naar mijn bewindvoerder. Ze had me namelijk aangeraden voorlopig wél bij deze te blijven, want om in aanmerking te komen voor een regeling, moet je financiële situatie het half jaar voor het begin van de regeling stabiel zijn. En als ik nu zou overstappen of zelf mijn financiën weer zou gaan regelen, zou dat dus niet het geval zijn.

Vorige week kreeg ik een mail van de dame van Lumens, dat de aanvraag opgestuurd was maar dat ze een mail had gekregen van de gemeente Eindhoven waarin stond “Alleen wanneer zij een medische verklaring kan overleggen waaruit expliciet blijkt dat zij geen betaalde arbeid kan verrichten wordt ontheffing van de sollicitatieplicht verleend”

Ik werd hier niet blij van. Ik snap de regel. Als je wil dat gemeente Eindhoven je helpt met het betalen van je schulden, dan moet je je best doen om inkomen te genereren. Dat snap ik heel goed. Maar ik ben heel blij dat ik na jaren heel hard vechten, tegen mezelf en de wereld om me heen, nu op het punt ben dat ik ongeveer twee dagdelen in de week vrijwilligerswerk kan doen. Dat kan ik doen omdat ik weer dat ik daar kan zeggen: “jongens, vandaag heb ik een heel slechte dag, die twee uur reizen en vier uur werken vandaag, dat gaat helaas niet lukken”.

Ik weet dat ik er keihard mijn best voor heb gedaan om op dit punt terecht te komen. En ik weet dat ik er alles voor zou doen om weer betaald werk te kunnen verrichten. Want ik ervaar al jaren dat het echt geen lolletje is om dagenlang uitgeput op de bank te liggen omdat ik toch weer over mijn grenzen heen ben gegaan. Omdat ik toch én naar de verjaardag van mijn moeder én naar de verjaardag van mijn allerliefste achterneefje ben gegaan in een week tijd.
En ik weet (of denk te weten) dat het verkrijgen van een dergelijke verklaring niet iets is wat in een middag geregeld is.

Maar goed, regels zijn regels en zo, en dus heb ik de dag na het ontvangen van het mailtje mijn huisarts gebeld. Leek mij logisch als er gevraagd wordt om een medische verklaring. Ik kon er een dag later al terecht maar helaas kon zij me niet verder helpen en ze verwees me door naar WIJEindhoven.
En dus belde ik diezelfde middag nog naar WijEIndhoven maar daar zeiden ze dat als ik al een contactpersoon had bij Lumens in de buurt, ik daar toch echt contact mee op moest nemen.
En dus mailde ik naar die contactpersoon met de vraag hoe ik dan aan een medische verklaring kon komen en daar kreeg ik vandaag mail van:
“Een medische verklaring moet door een niet behandelend arts afgegeven worden.
Volgens mij kan het GGD het ook. Je zou het eens bij je bewindvoerder kunnen
navragen, want volgens mij zijn hier wel kosten aan verbonden… ”

Omdat ik dit niet echt een duidelijk antwoord vond en ze in haar eerdere mail verwees naar een mail van de Gemeente Eindhoven, besloot ik daar maar een heen te bellen. Degene die die mail had gestuurd, zou mij toch wel kunnen vertellen hoe ik dan aan een medische verklaring kon komen.
“Nee, dan moet ik u toch echt doorverwijzen naar WIJEindhoven, die regelen voortaan alles rond schulddienstverlening”
“Maar de aanvragen komen toch wel bij de Gemeente terecht?”
“Nee, alles ligt tegenwoordig bij WIJEindhoven”
“Maar die hebben me doorverwezen naar Lumens, en daar kreeg ik ook geen duidelijk antwoord”
En na nog een tijdje heen en weer pingpongen en nogmaals in tranen mijn verhaal verteld te hebben, zou ze het na gaan vragen.

Vervolgens heb ik tien minuten lang naar een geestdodend pauzemuziekje geluisterd en daarna kreeg ik een andere dame aan de lijn. Van WIJEindhoven.
Daar heb ik dus nóg een keer mijn verhaal verteld. Dit keer werd er goed geluisterd en meegedacht. “Ik zou denken dat je daarvoor bij de huisarts zou moeten zijn, gek dat dat niet zo is”
Maar ze zou het voor me uitzoeken en ze zou me vandaag nog terug bellen. “Maar ik weet niet zeker of ik dan het antwoord heb”

Ik besloot dat ik er even tussenuit moest. Dit soort gesprekken kosten mij veel te veel energie en dus bedacht ik dat ik met een grote omweg naar de supermarkt kon lopen, dan kon ik mijn hoofd leeg lopen en daarna de nodige boodschappen doen.
Maar nog voor ik de deur uit was werd ik al weer teruggebeld.

“Ik heb gesproken met de dame van de gemeente die de aanvragen behandeld”

(Hé wacht, was mij eerder vandaag niet door de gemeente verteld dat de gemeente daar niets meer mee deed?)

Het komt er dus op neer dat een medische verklaring moet worden opgesteld door een medisch specialist. Maar dan nog is het heel moeilijk om vrijstelling van sollicitatieplicht te krijgen. En ik ben op het moment niet onder behandeling van een medisch specialist. Nou zou ik kunnen vragen of de psychiater van het Pec (waar ik tot september wel onder behandeling was) een verklaring op kan stellen. Maar het is nog steeds niet duidelijk of dit dan genoeg is.

Maar voor mij is het wel genoeg. Ik ben op.
Beste Gemeente EIndhoven,
Ik kan dit gevecht niet aan.
Ik kan niet nóg eens aantonen dat ik niet voor mijn plezier doodmoe op de bank lig.
Na de gesprekken van vandaag heb ik twee uur lang huilend door en om deze gemeente heen gelopen. Ik heb op het punt gestaan de crisisdienst te bellen omdat ik op het punt stond mijn belangrijkste spullen in te pakken en te verdwijnen. Omdat ik het niet meer kan.
Ik vecht al jaren om me enigszins staande te houden, maar op deze manier lukt dat niet.

Het gevecht van vandaag heeft me weer heel veel energie gekost. Ik schrijf het op omdat het anders door mijn hoofd blijft razen en dan kom ik helemaal niet meer tot rust. En die rust heb ik nodig. Want volgende week wil ik weer mijn vrijwilligerswerk uit kunnen voeren, zodat ik daar langzaamaan mijn werkzaamheden op kan bouwen en toe kan werken naar betaald werk.
Maar nu zit dat er echt nog niet in. Hoe graag ik dat ook zou willen.

Paastijd

21 maart,2015

Een tijdje geleden vroeg een vriendin of ik misschien wat eierwarmers voor haar kon haken. Dat was vast wel te doen dacht ik en ik zocht op internet naar plaatjes van gehaakte eierwarmers. Bij het mutsje dat ik vond, hoorde zelfs een patroon. Helaas werd het maar een heel klein mutsje, maar met wat aanpassingen aan t patroon had ik al snel het gewenste resultaat.  

   Vervolgens kreeg ik de smaak te pakken en haakte ik nog wat mutsjes. Door te combineren met kleuren krijg je best leuke setjes. Ik vermoed dat ik uiteindelijk zo’n 50 mutsjes gehaakt heb. Pompommetje erboven op en voilá!

   Op internet zag ik ook wel wat foto’s langskomen van eierwarmers in de vorm van kippen, eenden en haasjes. Helaas was dat allemaal zonder patroon en dus ben ik maar wat uit gaan proberen. Beetje meerderen, beetje minderen, hoe moeilijk kan het zijn? Wat asseccoires eraan haken en het vrolijke zestal was geboren. Omdat deze eierwarmers wat bewerkelijker zijn, heb ik het wat beestjes betreft voorlopig hierbij gehouden. Ik had namelijk nog wat ideeën die ik uit wilde voeren. 

   Ik had op twitter gevraagd of er nog meer mensen waren die interesse hadden. Ik liet weten welke kleuren katoen ik nog beschikbaar had en een twittervriendin wilde wel mutsjes met de kleuren oranje, rood wit en blauw. Ik had daar al snel een bepaalde associatie bij en dus werd dit het volgende resultaat. 

   Vervolgens bedacht ik me dat het ook wel leuk zou zijn om een mandje te haken waar de eieren in zouden passen. Ik had nog wat pasteltinten over en maakte daarmee dit mandje waar vier eieren in passen. 

   Alle deze eierwarmers hadden eigenlijk dezelfde basis, en omdat ik van afwisseling hou, wilde ik iets anders proberen. In plaats van een muts, maakte ik een hoed. Een hoge. Voor de zondagse eieren. 

   En terwijl ik al deze eierwarmers aan het haken was, kreeg ik nog een idee. Ik wilde proberen een minion te haken. Daar past immers, qua vorm precies een ei in. En na wat gefröbel, een paar keer opnieuw beginnen en wat aanpassingen, was er een minion geboren. 

   Om er een ei in kwijt te kunnen, is t natuurlijk wel handig als ie uit twee delen bestaat. 

   En omdat je een minion bijna nooit alleen tegenkomt, maakte ik er wat meer. 

 

De meeste eierwarmers hebben inmiddels kennis gemaakt met hun nieuwe eigenaar. Maar ik heb er nog een paar over. En ik heb ook nog wat katoen. Mocht je dus nog wat eierwarmers willen voor Pasen, laat dan maar iets weten. Ik heb nog een paar avonden niets gepland, en per avond kan ik ongeveer 6 mutsjes maken (of 3 minions).   

Handschoenen

17 maart,2015

We waren in Bandung en liepen van ons hotel naar het grote plein. Of misschien gingen we naar een restaurant aan de Naripan, dat zou ook zo maar kunnen. We waren elke dag wel rond aan het lopen. Of we zaten in een busje op weg naar een plek in de stad. Maar dat was meestal als het hard regende. Deze dag regende het niet. In ieder geval nog niet. Het was warm, zoals bijna iedere dag. Ergens tussen de 25 en 30 graden.

De weg waar we liepen had brede trottoirs. Dat was bij meerdere wegen het geval. Maar veel ruimte om te lopen was er niet. Want wanneer er een brede stoep is, kun je daar heel mooi je kraampje kwijt. En wanneer er een heel brede stoep is, kun je tussen dat andere kraampje en de winkels ook nog kraampjes kwijt. Een ideale plek om je koopwaar aan de man te brengen want nu er nog maar weinig plek is om te lopen, komen de voorbijgangers heel dicht langs je kraampje en kunnen ze je koopwaar heel goed zien.

We liepen langs kraampjes met fruit. Natuurlijk waren er meerdere kraampjes waar je eten kon krijgen, of vruchtenlimonade in een zakje. Maar er waren ook kraampjes met serviesgoed en kleerhangers. En met knuffels, speelgoed en hebbedingetjes.
Eerder hadden we al wat hardplastic bordjes gekocht en een beetje bestek zodat we in de hotelkamer wat fruit konden eten als ontbijt. En we kochten ook de kleerhangers. Er stond namelijk wel een kledingkast in onze kamer met een hanggedeelte, maar met twee hangers kom je dan niet heel ver.

Maar die dag zagen we dit kraampje:

07032009433

Ja, je ziet het goed. Deze vriendelijke meneer verkocht dikke wintersjaals. En ja, het was nog steeds tussen de 25 en 30 graden.
We hebben onze hoofden gebroken over het waarom van deze koopwaar. We bevonden ons in de tropen en dus is er niet echt sprake van een winter op enig moment in het jaar. Maar blijkbaar was er toch wel vraag naar want anders zou deze meneer de sjaals niet zo in het zicht ophangen.

Ruim een week later kwamen we erachter welke mensen deze sjaals kochten. We waren die dag met een busje op pad. Niet omdat het regende, maar omdat we de stad uitgingen. We wilden een bezoek brengen aan de vulkaan, net buiten de stad. Het busje bracht ons tot de rand van het oerwoud, daar konden we overstappen op een ander busje en het laatste stukje moesten we lopen. Omhoog, de bergen in.

En bij de vulkaan zagen we ze, de binnenlandse toeristen. Indonesiers die ook naar de vulkaan kwamen kijken. De vulkaan die boven het oerwoud uitstak, hoog in de bergen. Het weer was nog steeds mooi, maar het was hier wel wat frisser. een graad of 15. Prima weer voor een in Nederland opgegroeide indo als ik. Maar als je gewend bent aan dagelijks 25 tot 30 graden en vaak nog wel warmer, dan is het hier ronduit koud. En dan doe je dus een dikke sjaal om. En handschoenen aan.

Golfbeweging

13 maart,2015

Vandaag ging ik aan de slag met mijn weekplanning. Meestal doe ik dat op zaterdagochtend, want uit de planning komt ook een boodschappenlijst voort en die boodschappen kan ik dan op zaterdag doen.
Morgenochtend staat er echter al een andere afspraak in mijn planning. Later op de dag kan ik dan nog wel de boodschappen doen, maar dan is het natuurlijk wel handig als ik dat lijstje al klaar heb. Want in de bus van de afspraak terug richting huis en dus de dichtstbijzijnde supermarkt de planning nog maken, dat gaat fout. En dus ging ik er -heel verstandig- vandaag mee aan de slag.

Ik merkte wel dat ik me er erg toe moest zetten. Het is zo nu en dan zo’n taak waarvan je weet dat het een keer moet gebeuren, dat het veel oplevert als het eenmaal gedaan is, maar waar je tóch geen  zin in hebt. Een beetje zoals de afwas of stofzuigen. Dat is zeker niet altijd het geval, maar vandaag wel. Waarschijnlijk heeft dat te maken met het feit dat ik nogal moe ben. Ik heb twee behoorlijk drukke weken achter de rug. En dan kom ik mezelf natuurlijk weer tegen. Dan wordt bijna alles een opgave. Gelukkig weet ik dat dat ook weer over gaat. Dat het een golfbeweging is. En tijdens het maken van de weekplanning ontdekte ik een schakel in die golfbeweging. De planning. De planning, in combinatie met mijn gevoel.

Vandaag ben ik moe, Ik kijk naar de afspraken voor de komende week en ik krijg de neiging ze allemaal te schrappen. Die afspraken maakte ik toen ik me goed voelde. Op zo’n moment kan ik alles aan. Dan is alles leuk en alles mogelijk. Dan doe ik ook veel en daardoor voel ik me daarna iets minder goed, maar nog lang niet slecht genoeg om afspraken in de volgende weekplanning te schrappen. En dus doe ik de leuke dingen nog steeds en ga ik nog verder over grenzen heen. Dan komt de zaterdag waarop er niets anders op zit dan dat wat niet per se hoeft te schrappen uit de planning. Ik plan dan ook niets nieuws omdat ik te moe ben om aan afspraken te denken. Doordat ik niet zo veel in de planning heb staan, gaat het langzaamaan weer beter. Maar nog niet goed genoeg om een week later meer dan de noodzakelijke dingen in te plannen. Mooi want dan kom ik weer tot rust en gaat het weer steeds beter.

Maar dan slaat de eenzaamheid toe. Dan heb ik er meer dan genoeg van dat ik alleen nog maar communiceer via de sociale media en met de jongens en meisjes achter de kassa van die eerdergenoemde dichtstbijzijnde supermarkt. Inmiddels is er dan vast wel weer een zaterdag die om de hoek komt kijken en dan zie ik de planning van de dan komende week en besluit ik die extra theatervoorstelling eraan toe te voegen omdat ik dat wel verdiend heb na twee weken alleen maar doen wat moet. En als er op dat moment een vriend vraagt of ik zin heb om koffie te gaan drinken, zeg ik natúúrlijk ja. Ook daar is het wel weer tijd voor. Ik zie mijn vrienden véél te weinig. En ik voel me toch goed?

En dan komt vandaag. Ik kijk naar de afspraken voor de komende week en ik krijg de neiging ze allemaal te schrappen. Ik weet dat drie drukke weken achter elkaar te veel van het goede is. Maar helemaal niets doen is ook geen optie. Dus kijk ik nog eens heel kritisch naar de afspraken die er deze week staan en wat daarvan echt moet. Die ene belangrijke afspraak blijft staan. Werken in het theater ook net als de ondersteuning die ik krijg van mijn coachmaatje. Oh en ik wil ook nog gaan stemmen.
Eigenlijk is er dan nog maar ruimte voor één leuke afspraak. Maar er staan er zes. Ik vermoed dat er drie van over zullen blijven. Maar ik ben er nog niet uit welke

In de golfbeweging zit ik nu in het neerwaartse gedeelte. Op zich is dat niet erg. Maar nu ik wat beter door heb hoe die beweging ontstaat, wil ik het liefst ook meteen voorkomen dat ik in korte tijd van al te hoge toppen naar al te diepe dalen schiet. Ik zal er dus vooral op moeten letten dat ik, ook als het heel goed gaat, niet al te veel van mezelf vraag. Hoe lastig dat ook is, want het leven is veel te leuk en er is veel te beleven daarbuiten. Maar als ik op den duur meer energie wil hebben voor al die leuke dingen, moet ik die niet nu al opmaken.

Indonesie

10 maart,2015

DSC_8770

In 2009 (is dat alweer zo lang geleden?) ben ik samen met mijn moeder naar Indonesie geweest. Voor mij was dat voor het eerst, mijn moeder was er al eerder geweest, samen met mijn vader. We waren er vier weken. Eerst een paar dagen in Jakarta, op bezoek bij een neef van mijn vader. Daarna een week in Sala Tiga, waar die neef een tweede huis heeft (in combinatie met een zelfgebouwde kerk, maar daarover later vast en zeker meer) en vervolgens ruim twee weken in Bandung. Als laatste gingen we weer terug naar Jakarta, om vandaaruit weer terug te vliegen naar huis.

In die vier weken heb ik aardig wat foto’s gemaakt. Meestal niet in de rol van fotograaf, want goed fotograferen terwijl je met je moeder op stap bent, ik vind dat niet altijd even makkelijk. Maar gewoon als toerist, als dochter, als iemand die zo veel mogelijk herinneringen vast wil leggen.

Aan veel van die foto’s zit een verhaal vast. Indonesie zit natuurlijk vol verhalen, en nu ik er geweest ben, zit mijn hoofd ook vol met die verhalen. En die verhalen willen er uit. Verhalen over het land, over de mensen. Maar ook verhalen over mijn familie, over mijn verleden, over mijn roots.

Deze blog lijkt mij een mooie plek om die verhalen te vertellen. En ik hoop dat jullie mee willen lezen. Dat jullie er van genieten. Dat ik jullie als het ware mee kan nemen in een stukje van mijn leven.

Rare dingen doen

6 maart,2015

Mijn laatste blog was van 30 januari, daarin eindigde ik met de opmerking dat ik nog geen rare dingen moest doen. Dat heb ik een maand volgehouden. Soms moet je namelijk juist wél rare dingen doen. Dat maakt het leven leuk.

Het begon met een bericht op Facebook. Egon Kracht liet weten dat hij een korte sonate had geschreven en dat deze uitgevoerd zou worden aan het eind van een ochtendwandeling, bij zonsopkomst. In Beverwijk. Ik las het, dacht: “wat een leuk idee” en legde het toen naast me neer. Ik heb geen auto, en zo ver rijden is trouwens toch niet echt een optie en het openbaar vervoer is rond dat tijdstip niet bepaald actief. Oh en ik ben absoluut geen ochtendmens.

Maar ik wilde het bericht wel delen. En dan is het leuk om er iets bij te schrijven en dus schreef ik: “Mocht er iemand zin hebben om mij midden in de nacht op te halen om daar bij te kunnen zijn, dan hoor ik t graag.” Met een knipoog erachter. Gelukkig heb ik een aantal vrienden die wel in zijn voor iets raars en dus werd ik op 1 maart om vijf uur ’s ochtends opgehaald en reden we naar Beverwijk.

952

Ik kan het je aanraden. Als je net als ik gevoelig bent voor allerlei prikkels, is dit een prima tijdstip om een lange afstand in een auto af te leggen. Het was donker en dus was en weinig te zien. En de kans om in een file te belanden is ook een stuk kleiner. dat scheelt een heleboel in de hoeveelheid prikkels die binnenkomt. Nou geldt dat waarschijnlijk ook voor het late einde van de dag en dat moment zou dan nog meer mijn voorkeur hebben. Zoveel verschil was er trouwens niet, want veel meer dan een half had ik niet geslapen dus voor mijn gevoel was er nog niet echt sprake van een nieuwe dag.Ik kan me niet herinneren dat ik ooit een wandeling heb gemaakt tijdens het krieken van de dag. Ik maakte wel ooit nachtwandelingen en ook gebeurde het wel eens dat ik na een avond uitgaan, het weer licht zag worden, maar dat was dan vaak niet echt gepland. En dat was het nu wel. En het was fijn. Net als een afsluiting met muziek. Gewoon even zitten en luisteren.

Na de wandeling, de muziek en een hoognodige koffie zijn we doorgereden naar Wijk aan Zee. Heerlijk om hier weer eens te zijn. Dat was veel te lang geleden. En een vroege ochtend aan het strand is trouwens ook aan te raden. Wel uitkijken voor overstekende paardenwagens en fietsers, maar verder was het er heerlijk rustig. Zo’n weids strand, de meeuwen, de golven, ze zorgen voor nog meer rust in mijn hoofd. Wandelen in het bos geeft ook rust, maar het strand nog meer. Zolang het er tenminste niet bezaaid ligt met handdoeken en strandballen 😉

970

Het was nu dus al een geslaagde dag en het was nog maar negen uur. Na nog een koffie besloten we op zoek te gaan naar een plek waar we wat konden eten. Dat is dan weer wat minder makkelijk op een vroege zondagochtend. Uiteindelijk zijn wel naar Den Bosch gereden waar we netjes op tijd waren voor de lunch. Na de lunch was m’n energie op en zijn we huiswaarts gegaan.

Al met al een meer dan fijne dag dus. Wat het nog fijner maakte was dat we na iedere kleine etappe pas besloten wat de volgende stap zou zijn. Het was lang geleden dat ik zo’n dag heb meegemaakt. Vanwege mijn beperkte energie probeer ik dagen met uitstapjes van te voren tot in de details te plannen. Dit heeft vaak ook met het openbaar vervoer te maken. Ik moet zeker weten dat ik aan het eind van een uitstapje nog voldoende energie over heb om thuis te komen. En daarbij houd ik dan natuurlijk wel rekening met een eventuele vertraging en een daardoor gemiste overstap. En even de plannen bijstellen en op zoek gaan naar een buslijn die je bijvoorbeeld tot bij het strand brengt, is vaak een onmogelijke opgave. Zeker op een zondag.

989

En nu hadden we de vrijheid van een auto. Heerlijk was dat. Veel rustiger ook dan een trein. Ik heb genoten.
Niet dat ik voortaan om zeven uur op sta voor een wandeling, of maandelijks naar de vloedlijn ga kijken op een leeg ochtendstrand, want dat ik dat deze keer deed betekende wel dat de energie van de dag om twee uur ’s middags al op was. En ik ben nu eenmaal nog steeds geen ochtendmens. Ik maak graag gebruik van de creatieve energie van de avond.

Maar deze dag was geweldig en deze ervaring stop ik in mijn binnenzak. Om af en toe nog even naar te kijken als het leven er weer eens wat minder leuk uit ziet.

Op de bank

30 januari,2015

Het was wel een beetje afzien hoor. Thuis op de bank. Nou, niet continu op de bank natuurlijk, ik deed twee keer de boodschappen, ik heb een keer staan koken en ik kwam van de bank af om eten en drinken uit de keuken te halen en om naar de wc te gaan.
En ik sliep gewoon in bed.

Maar veel meer was t echt niet. Ik lag en ik handwerkte en deed onnozele spelletjes op m’n telefoon. De trui voor m’n moeder is af en de pinguïn voor een vriendin ook. En ik haalde de 4096-tegel in 2048. Hoera!

IMG_1276

Het helpt trouwens wel zo’n time-out. Ik hoefde van mezelf even nergens over na te denken, al deed ik dat natuurlijk wel, ik hoefde niets te onthouden, ik hoefde nergens naar toe. Dat geeft rust. In mijn hoofd. En na een paar dagen ook in mijn lijf.

En dus wist ik na een dag of vijf weer waar ik stond. En vooral ook weer welke kant ik op wil. Want dat wordt in zo’n weekje ook wel weer duidelijk. “Dit is niet wat ik wil, maar wat wil ik dan wel?”
Ik ben er wel weer even uit. Ik heb m’n grenzen opnieuw herkend, erkend en gemarkeerd. En nu hoop ik dat ik ze een volgende keer eerder op zal merken.

En langzaamaan merkte ik dat mijn lijf zich weer herstelde. Dat ik voelde dat ik weer naar buiten wilde, dat ik de wereld weer vol goede moed tegemoet kon treden.

En dus heb ik mezelf woensdagavond beloond met een mooie theatervoorstelling. Ik twijfelde lang of ik zou gaan maar ik heb t gedaan. En hoewel na afloop mijn benen trilde van vermoeidheid, had ik in de bus op weg naar huis zo’n grote glimlach op mijn gezicht dat er met geen mogelijkheid sprake kon zijn van spijt.

Het gaat nu weer een stuk beter. Mijn gedachten zijn helderder en ik laat minder dingen uit m’n handen vallen. Ik krijg mijn todo-lijstje weer geordend en de afwas is geen opgave meer.
Ik moet natuurlijk nog geen rare dingen gaan doen en voldoende ruimte in m’n agenda open laten maar ik kan weer vooruit en daar ben ik blij mee.

Moest

23 januari,2015

Ruim een week geleden werd mijn moeder geopereerd. Het is goed gegaan en ze heeft nu een nieuwe heup. En als ze doet wat de dokter zegt, loopt ze over een paar maanden weer als een kievit. Al zou ze liefst morgen al zonder krukken of rollator lopen. Ze wil te snel en te veel. En ze denkt dat ze het allemaal wel kan. Ik weet nu waar ik dat van heb.

Nog voor de operatie ging ik even bij haar op bezoek, om haar succes te wensen. Na de operatie ging ik naar het ziekenhuis. De volgende dag ook. Daarna heb ik twee nachten bij haar geslapen. Gewoon voor de zekerheid. En voor de gemoedsrust van mensen om me heen die nog veel meer aan hun hoofd hadden dan een moeder die wat extra zorg nodig had.

Dit was allemaal natuurlijk veel te veel voor me. Maar ik deed het toch. Want nou ja, het is je moeder en zo. Je kent het waarschijnlijk wel. Dat ik zelf niet alles kan doen wat ik zou willen doen is voor mijn wel te behappen. Maar dat ik anderen, naasten, niet zou kunnen helpen…

Ik heb al minder gedaan dan ik zou willen doen. Aangegeven dat ik een aantal uur naar huis ging om daar te slapen. Omdat ik weet dat ik in het huis van mijn moeder niet aan slapen toe kom. En die slaap had ik nodig. Niet bij m’n moeder gebleven toen ik wist dat een paar uur later mijn net verjaarde nichtje langs zou komen. Door nare omstandigheden was haar verjaardag heel anders uitgevallen dan gepland en ik had haar graag persoonlijk mijn cadeautje willen overhandigen. Maar ik besloot verstandig te zijn, het cadeautje achter te laten en naar huis te gaan.

Pas 48 uur  later ben ik weer naar mijn moeder gegaan. Omdat de fysio voor het eerst langs kwam en zij het fijn vinden als er dan nog iemand aanwezig is. Een paar uur later ging ik weer naar huis. En ik voelde me redelijk, dacht ik.

Ik heb mezelf nog een paar dagen voor de gek kunnen houden maar gisteren kon ik het niet meer ontkennen. De buurvrouw kwam even langs en ik was te moe om haar te kunnen vertellen dat ik te moe was voor haar gezelschap. En zij was te enthousiast om mijn signalen te kunnen herkennen.

Daarna heb ik de knoop doorgehakt. Voor de komende dagen heb ik mijn agenda leeg gemaakt. Als ik dat netjes volhoud, kan ik misschien woensdagavond naar het theater. Tot die tijd doe ik alleen wat er echt gedaan moet worden. De boodschappen en zorgen dat ik voldoende en enigszins gezond eet. En als het lukt doe ik heel misschien de afwas.

Moe
Moeder
Omdat ik het idee had dat t
Moest