Een tijdje terug heb ik een fiets gekocht. Een nieuwe. De allereerste nieuwe fiets in mijn leven. Ik ben van de winkel naar huis gefietst en vervolgens heb ik de fiets in de schuur gezet. Daar heeft hij de afgelopen weken gestaan. Niet dat ik geen zin had om er op uit te gaan, of omdat ik de energie niet had om een stukje e gaan fietsen, maar vanaf ongeveer dat moment was ik op andere plaatsen dan in mijn eigen huis. Ik paste op. Op huisdieren. In de huizen van die huisdieren. Inclusief gebruik van aanwezige fiets. Maar inmiddels is bijna iedereen wel weer terug van vakantie. In ieder geval de baasjes van die huisdieren. En dus ben ik weer lekker thuis en bedacht ik me: “Ik heb een fiets. Een nieuwe.”
Afgelopen maandag ben ik bij mijn zus op bezoek gegaan. Ze woont hier 3,5km vandaan. Als ik bij haar op bezoek ga, doe ik dat meestal met de bus. Dan loop ik naar de bushalte, wacht daar op de bus die me naar het station brengt. Het station is 4,5 km hiervandaan. De andere kant op. Vervolgens wacht ik dan op de bus die me naar de woonplaats van mijn zus brengt. En daar moet ik dan nog een stukje lopen. Al met al doe ik daar dan bijna een uur over. Ik ben ook wel eens gaan lopen. Dat duurt 45 minuten. Maar maandag ben ik op de fiets gegaan. De heenweg duurde 20 minuten, de terugweg een kwartier. Niet omdat ik toen wind mee had, maar omdat mijn zwager de fiets goed heeft afgesteld, en niet te vergeten, de bandjes iets (kuch) harder heeft opgepompt. Nu is fietsen een stuk leuker en ook makkelijker.
Ik had namelijk al een fiets. Best een mooie. Een hybride. Maar die was net iets te klein en die fietste behoorlijk zwaar. En ik kan je vertellen: Als je al weinig energie hebt is dat redelijk funest. Dan is het alsof de hele route bestaat uit vals plat.
Maar nu wordt alles anders. De hele wereld is weer bereikbaar. Het liefst zou ik nu meteen op fietsvakantie gaan. Doe ik niet hoor. Want 3,5km is voorlopig nog best wel ver. Dus eerst ga ik het allemaal een beetje opbouwen. Op goede dagen met de fiets op koffiebezoek bij vrienden. Zodat ik daar een beetje uit kan rusten voor ik de terugweg aanvaard. Of bij mooi weer een rondje door de natuur. Neem ik een camera mee.
En morgen ga ik boodschappen doen.
Op de fiets.